We hebben lang uitgekeken naar onze reünie, maar eindelijk is het zover…… 5 juni 2010. 

Natuurlijk moet er vooraf het nodige worden geregeld en moeten er afspraken worden gemaakt om het de gasten zo goed mogelijk naar de zin te maken. Dat zijn de noodzakelijke voorbereidingen, die Izaak, Hilde, Anneke, Maja en ik voor onze rekening hebben genomen. Die voorbereidingen vielen best mee. Ieder heeft iets voor haar of zijn rekening genomen en dan maken vele handen immers licht werk.

Veel kun je zelf regelen bij het organiseren van een reünie; je kunt een mooie locatie zoeken, je kunt een maaltijd regelen, je kunt een rondleiding plannen ………….. en vult u verder maar in. 

Maar er zijn twee dingen die je moeilijk of helemaal niet kunt regelen. Ten eerste is dit de sfeer bij zo’n happening, want je moet maar afwachten of het een beetje wil klikken. Ten tweede zijn dat de weersomstandigheden. Maar Piet Paulusma en al die andere weerprofeten hebben stellig van onze reünie vernomen, want dagen van tevoren verwezen zij al naar de schitterende zaterdag die er zat aan te komen, zaterdag 5 juni.

Samen met Maja vertrek ik richting Heusden. In Genderen wordt Anneke opgehaald, waarna we onze reis vervolgen. Inderdaad ……….. een stralende dag. In de verte zie ik, nadat ik de auto heb geparkeerd, op weg naar de locatie, twee dames door het vestingstadje lopen. Zonder enige twijfel ook op weg naar ‘Havenzicht’.

Het kan niet missen; die ene moet ‘het meisje’ zijn waarmee ik 50 jaar geleden een aantal jaren verkering had. De tijd heeft niet stilgestaan, de haren zijn behoorlijk vergrijsd, de gelaatstrekken wat veranderd, want de tand des tijds gaat immers aan niemand voorbij. Zelf bleef ik hiervan ook niet verschoond. Maar toch ……! Er blijven punten van herkenning en in feite is Rina nog steeds dezelfde.

Vreemd, maar lopend op het plein vóór ‘Havenzicht’ komen de klanken van een orkestje mij al tegemoet. En op dat moment moet ik denken aan Boudewijn de Groot, die ooit het Land van Maas en Waal bezong met een schitterend lied. Het kost me niet veel moeite om dat land van Maas en Waal om te toveren in het Land van Heusden en Altena. En de schitterende haven doet me denken aan die grote regenton waarover Boudewijn zingt en waarin zich van alles afspeelt. Want in die ton vermaakt zich jong en oud op de vaak kostbare boten en jachten. Toch niet zo’n vreemde vergelijking van iemand die immers toch al aan het dagdromen is?

Op zo’n moment zijn dus alle ingrediënten aanwezig om te zingen:

Onder de groene hemel in de blauwe zon

Speelt het blikken harmonieorkest in een grote regenton
Daar trekt over de heuvels en door het grote bos
De lange stoet de bergen in van het circus Jeroen Bosch
En we praten en we zingen en we lachen allemaal
Want daar achter de hoge bergen ligt het land van Maas en Waal

De lange stoet bestaat uit 39 mensen, die het oude vestingstadje Heusden aandoen om als graven en gravinnen een moment bij elkaar te komen, onder het genot van een hapje en een drankje. (Er hadden zich 45 personen opgegeven, maar door ziekte waren sommigen verhinderd. Hiertoe behoorde helaas ook de voorzitter).

Het is een ontmoeting die traditiegetrouw elke twee jaar ergens wordt gehouden, met als doel het verstevigen van banden. Banden die in sommige gevallen heel hecht zijn, maar ook banden die zo fragiel zijn dat het amper banden genoemd kunnen worden. Want sommigen kennen elkaar slechts heel oppervlakkig of zelfs helemaal niet. Dan is het alleen de naam DE GRAAFF voldoende om de weg naar Heusden te maken. En juist dat maakt zo”n reünie tot iets bijzon-ders………….. mensen ontmoeten, die je in eerste instantie niet kent, maar na zo’n ontmoeting ‘dichter bij je zijn gekomen’.

Izaak neemt de taak op zich om iedereen welkom te heten. Iedereen? Nee, iedereen is er nog niet, want de deelnemerslijst telt meerdere personen. Later zal blijken dat het voor iedereen niet even simpel is om Heusden te bereiken. De truckerdag in het Land van Heusden en Altena was hier ook enigszins debet aan, want sommige familieleden zijn overgeleverd aan de grillen van ‘verkeersregelaars’ die het presteren om een rotonde helemaal af te sluiten om die lange stoet vrachtwagens doorgang te verlenen.

Izaak vervolgt zijn verhaal en meldt o.a. dat voorzitter Hans niet aanwezig kan zijn omdat zijn gezondheid het niet toelaat. “Hans groet jullie allen, wenst jullie een prettige dag toe en leeft met ons mee”. Verder memoreert hij aan het feit dat dit de 5e reünie is en tevens het 11-jarig bestaan van de Stichting De Graaff. Straks zal hij nog wat andere mededelingen doen, maar eerst kondigt hij Anneke en Maja aan. Zij zullen het de aanwezigen lastig gaan maken, door hen een aantal niet-alledaagse vragen voor te schotelen. 

Ja, wat moet je nou op zo’n dag, onder die groene hemel in die blauwe zon, met een vraag als:

Hoeveel leeuwen staan er op het Nederlandse wapen? of:

  1. Hoe hoog kan een vogel vliegen?
  2. Is er ooit wel eens een Nederlandse paus geweest?

Ach welnee, die vragen schijnen bij nader inzien niet het belangrijkst, maar de achterliggende gedachte is veel belangrijker. Want iedereen krijgt nu de gelegenheid, om zijn of haar zegje te doen en kennis te maken met de andere groepsgenoten. Welnu Anneke, dat is je prima gelukt. Van mij krijg je, evenals Maja, een extra compliment, een pluim, omdat jij met het idee kwam om op dezer manier de mensen wat dichter tot elkaar te brengen. En het beantwoordt opnieuw (bijna) aan het lied van Boudewijn. Er wordt nog net niet gezongen, maar verder klopt het zinnetje wel degelijk:

En we praten en we zingen en we lachen allemaal.

De kop is eraf en het ijs is gebroken. Hoe kan het ook anders met deze temperatuur. Nu is het wachten op de twee gidsen die ons gedurende anderhalf uur zullen meenemen door het stadje Heusden. De klok wijst 15.00 uur.

Twee groepen gaan op weg om te genieten van de komende rondleiding. Slechts enkelen blijven in Havenzicht achter omdat hun lichamelijke conditie niet toereikend is voor dit soort inspanningen. Toen wij om 16.30 uur weer bij Havenzicht arriveerden bleek inderdaad dat bij de ’thuisblijvers’ het lichamelijke aspect de doorslag gaf om niet mee te gaan, want de innerlijke mens kwam naar mijn oordeel niets te kort. Dat laatste was af te leiden aan de grote glazen bier. Kortom: de niet-lopers hebben zich kennelijk niet verveeld op het balkon van het restaurant.

Het zou te ver voeren om verslag te doen van de wandeling door Heusden. Een ieder geniet op zijn of haar wijze van een aantal bezienswaardigheden in en rond dit schitterende vestingstadje. We maken kennis met oude, historische geveltjes. We bezoeken de plaats waar aan het eind van de Tweede Wereldoorlog het schitterende stadhuis werd vernietigd, we lopen over de stadswallen en komen weer terug bij de molens en de haven. We zijn, na bijna anderhalf uur, weer ’thuis’.

Veel mensenkennis heb ik niet nodig om te zien dat iedereen geniet van deze happening. Er wordt volop gepraat over belangrijke en minder belangrijke dingen. Er wordt van gedachten gewisseld en misschien worden er zelfs ‘oude koeien uit de sloot gehaald’. Misschien? Nee, want iemand schrijft mijn vrouw Maja later een mailtje waarin te lezen staat:

“Voor mij was het bijzonder leuk om Jan en Elly de Pater te ontmoeten. Vijf en veertig jaar geleden waren we op hetzelfde jeugdkamp en sliepen we naast elkaar op de meidenzaal. We hebben de adressen aan elkaar doorgegeven.”

Kijk, da’s nou leuk.

Inmiddels heeft het personeel van ‘Havenzicht’ achter de schermen niet stil gezeten, want na al ons bijpraten, onder het genot van een verfrissing, staat de maaltijd klaar. Het ziet er zeer verzorgd uit en tafel na tafel gaan we ons bordje vullen. Ik krijg de indruk dat het ons aan niets hoeft te ontbreken. Eindelijk wordt het in de zaal wat rustiger, want zodra er gegeten wordt is het drukke redeneren over van alles en nog wat naar een tweede plan geschoven.

Jan de Graaff, Almkerk